¨§©ª    Welkom bij Bridge Club Rijsbergen    ¨§©ª

Het Spel draait om het totaal aantal slagen (niet punten, zoals bij klaverjassen) dat een spelerspaar verzamelt. Het spel begint met een biedronde waarin iedere speler om beurten ofwel mag passen, ofwel een bieding doen. Met een bod geeft een speler aan hoe zijn 'hand' eruit ziet, en hoeveel slagen hij denkt te halen.











Biedt een speler een contract, dan doet hij dat door een aantal (maximaal 7) en een speelsoort te noemen. De speelsoort is een troefkleur, maar kan ook Sans Atout (zonder troef) zijn.
Daarna is het de beurt aan de volgende speler om te bieden. Wil hij een contract bieden dat moet hij hoger bieden, dat wil zeggen hetzelfde aantal met een hogere speelsoort, of een hoger aantal met een willekeurige speelsoort.

De volgorde van de speelsoorten is reglementair vastgelegd en is, van laag naar hoog:

       klaveren (K)
       ruiten (R)
       harten (H)
       schoppen (S)
       sans (SA/NT) (zonder troef, Sans Atout SA, no trumps NT)

Het laagste bod is dus '1 klaveren'. Letterlijk genomen betekent dat dat de speler samen met zijn partner belooft tenminste 7 slagen (dit is net iets meer dan de helft van het maximaal mogelijk aantal slagen) te zullen maken, wanneer klaveren troef gemaakt wordt.
Het bod blijft echter zelden op '1 klaveren' steken maar wordt meestal opgevolgd door een hoger bod, hetzij van de tegenpartij, hetzij van de partner (of allebei). Het bieden kan een aantal keren de tafel rond gaan. Een speler die in eerste instantie gepast heeft, mag zich naderhand alsnog in de bieding mengen.
Een speler kan zijn beurt om te bieden voorbij laten gaan door 'pas' te zeggen.
In plaats van 'pas' of een contract, kan er ook gedoubleerd worden. De traditionele betekenis van 'doublet' is "ik denk dat de tegenstanders datgene wat zij geboden hebben, niet kunnen halen, en ik wil dat de puntentelling verzwaard wordt".
Als er gedoubleerd wordt, kan er geredoubleerd worden. Dit betekent "Wij halen wel wat wij geboden hebben, hoewel de tegenpartij denkt van niet, en ik maak de puntentelling nóg zwaarder.".
Doubleren mag alleen als het laatste geboden contract een contract is van de tegenpartij dat nog niet gedoubleerd is. Redoubleren mag alleen als het laatste geboden contract een contract is van de eigen partij dat (door de tegenpartij) gedoubleerd is.
Het bieden is afgelopen als er drie spelers achter elkaar passen. Het hoogste bod wordt het contract van het spel. Het paar dat dit contract heeft gesloten (de 'leider' en de 'blinde') zal proberen zes slagen te maken plus het genoemde aantal. Is er '4 schoppen' geboden, dan moeten er, met schoppen als troef, dus tien slagen worden gemaakt. De tegenstanders ('verdedigers') zullen proberen te voorkomen dat dat lukt.
Wordt het contract gemaakt, dan ontvangen de leider en de blinde punten voor het geboden contract, en ook nog voor de overslagen, dat zijn de slagen die boven het contract zijn gemaakt. Voor overslagen wordt echter in het algemeen minder gescoord dan wanneer er hoger geboden zou zijn.
Wordt het contract niet gemaakt, men zegt dan dat het contract down gaat, dan krijgen de verdedigers punten voor iedere downslag.
Is het contract gedoubleerd of geredoubleerd, dan worden er meer punten genoteerd, maar niet precies twee of vier keer zo veel.


©
§
¨
ª
De foto hiernaast toont een bak met biedkaartjes. Men wil vermijden dat een speler door een bepaalde intonatie ongeoorloofde informatie aan zijn partner geeft, en daarom doet men de biedingen liever zwijgend, door kaartjes op tafel te leggen. Dat heeft het extra voordeel dat men tijdens de bieding aan de neergelegde kaartjes kan nagaan hoe het biedverloop is geweest. Het is overigens heel goed mogelijk zonder biedkaartjes te spelen, voor een informele bridgeavond heeft men genoeg aan de gewone speelkaarten. De speler ontvangt bij de deling 13 speelkaarten. Deze worden tijdens de bieding niet open op tafel gelegd.